Er leven veel vragen omtrent het ijzergehalte in paardenvoeding. Dat is terecht. IJzer is een belangrijk spoorelement. IJzer is namelijk o.a. zeer belangrijk voor de vorming van hemoglobine, een onderdeel van rode bloedcellen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door het paardenlichaam. Bij een gebrek aan (opneembaar) ijzer in de voeding zal er ijzergebrek ontstaan en dus een gebrek aan rode bloedcellen. Dat veroorzaakt o.a. bloedarmoede met als gevolg bijvoorbeeld een sterk verminderd uithoudingsvermogen of lusteloosheid van het paard.
Moet er nu wel of geen ijzer in paardenvoer? Korte antwoord: JA! Er moet ijzer in paardenvoer zitten. Dat hebben ze nodig. Lange antwoord: De vorm van het ijzer bepaald de opname. Heemijzer (Fe2+ of ijzer(II) ) wordt goed opgenomen. Non-heemijzer (Fe3+ of ijzer(III) ) wordt heel slecht opgenomen. Uit bepaalde bronnen is ijzer gevaarlijk. Bron- en slootwater kunnen veel heemijzer bevatten. Dat kan een dodelijke ijzerstapeling tot gevolg hebben na jarenlang dagelijks gebruik van drinkwater met een veel te hoog ijzergehalte. Gras en luzerne kunnen veel ijzer bevatten. Dit is voornamelijk non-heemijzer. Dus heel slecht opneembaar. (meestal maar voor 1-10% opneembaar)
We gaan een en ander verder toelichten. We kunnen de volgende zaken vaststellen:
Er is nog geen enkel onderzoek beschikbaar dat duidelijkheid geeft over de exacte ijzerbehoefte van paarden. Voorbeeld: Insulineresistentie, eczeem, OCD, hoefbevangenheid, mok en koliek zijn relatief vaak voorkomende ziektes, waardoor daar ook onderzoek naar gedaan kan worden. Voor ijzerstapeling bij paarden geldt dit niet. Weinig vastgestelde gevallen en dus nog minder onderzoek. Het feit dat er slechts sporadisch gevallen voorkomen is al een signaal dat ijzerstapeling bij paarden dus zeker geen groot probleem is.
We kunnen dus enkel een inschatting maken van de ijzerbehoefte. Dat gaan we dan ook doen. Er wordt algemeen aangenomen dat de behoefte minimaal ongeveer 0,8 mg ijzer per kg lichaamsgewicht is. Dit is dus minimaal ongeveer 400 mg voor een paard van 500 kg. En dan hebben we het over daadwerkelijk opneembaar ijzer.
Als we weer even uitgaan van een paard van 500 kg dan eet dat paard bijvoorbeeld per dag 10 kg droge stof uit gras. Als we dan even de opneembaarheid van non-heemijzer op de maximale waarde zetten van 10% (wat in de praktijk natuurlijk niet gehaald zal worden) en een ijzergehalte van 500 mg/kg (wat lekker hoog is voor gras) dan komen we op (10 kg x 500 mg/kg = 5000 mg x 10% = 500 mg ijzer per dag. Dat is ongeveer wat hij ook binnen zou moeten krijgen. Maar dan moet alles mee zitten! Dat zal in de praktijk nauwelijks voorkomen. Teveel ijzer binnen krijgen door gras of ander ruwvoer zal dus niet voorkomen!
Er zijn 4 gevallen uit 2015 bekend van paarden die overleden zijn aan ijzerstapeling. Die zijn onderzocht door de Universiteit Utrecht. Die paarden hadden gedurende meerdere jaren slootwater gedronken met ijzergehalten die tussen de 9 en 49 maal de maximale hoeveelheid ijzer per liter lagen. Jarenlang dagelijks minimaal 9x (tot 49x) overdoseren is dus het probleem geweest. Test dus het sloot- of grondwater en geef tot die tijd getest kraanwater.
Als er een muesli, brok of supplement bijgevoerd wordt dan zou het eigenlijk wenselijk zijn om te kijken naar het ijzergehalte en dan vooral naar welk ijzer het betreft. (Heemijzer of non-heemijzer). Ruwweg kun je stellen: Heemijzer wordt extra toegevoegd via de premix en non-heemijzer zit in de plantaardige grondstoffen van het voer. Dus hoeveel mg ijzer zit er per kg in? In welke vorm? Hoeveel kg geef ik daar per dag van? En dan de berekening uitvoeren. Dan weet je of je bij je paard een tekort of een overschot kan verwachten. En ik kan je nu al verzekeren dat je met voer nooit in de buurt gaat komen van 9 tot 49 maal de dagelijkse maximale dosering